SEAT S.A., het moederbedrijf achter SEAT en CUPRA, presenteerde vandaag zijn financiële resultaten over de eerste negen maanden van dit jaar. Ondanks hogere verkoopopbrengsten daalde het bedrijfsresultaat van de onderneming ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Die daling was met name te wijten aan de verkoopmix, de EU importtarieven op de CUPRA Tavascan – die in China wordt geproduceerd – en de productkosten. Tegelijkertijd bleven de verkopen van CUPRA groeien en zet de onderneming onverminderd in op elektrificatie.
De leveringen van SEAT en CUPRA handhaafden hun momentum tijdens de eerste negen maanden van het jaar en stegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar met 4,1% tot 439.500 auto’s. En dat terwijl één van de productielijnen in de fabriek nabij Barcelona momenteel wordt voorbereid op de productie van de toekomstige CUPRA Raval en Volkswagen ID. Polo.
Groei CUPRA, vernieuwde modellen voor SEAT
De omzet van SEAT S.A. steeg tot en met september 2025 met 6,9% tot € 11,2 miljard, voornamelijk dankzij een toename van 30,5 procent in de CUPRA-verkopen, met een hoofdrol voor de CUPRA Terramar en CUPRA Tavascan. Daarnaast blijkt de focus op elektrificatie succesvol. De leveringen van plug-in hybride- en volledig elektrische modellen stegen met 79,4 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het aantal afgeleverde 100% elektrische auto’s steeg zelfs met 84 procent, waarbij de CUPRA Tavascan en CUPRA Born samen goed waren voor 23% van de CUPRA-verkopen.
“De positieve verkoopcijfers laten zien dat we op de goede weg zijn," zei Markus Haupt, CEO van SEAT en CUPRA. “Met onze twee sterke merken SEAT en CUPRA blijven we onze klanten het beste van twee werelden bieden. Met de aanstaande lanceringen van de vernieuwde SEAT Ibiza, SEAT Arona en de CUPRA Raval begin 2026 zijn we klaar om onze marktpositie verder te versterken en toekomstige groei te stimuleren.”